Meestal promoveert een pion die de overkant bereikt tot dame. Soms is het beter een ander stuk te kiezen. In eindspelstudies en problemen zien we vaak minorpromoties. De promotieregel die we nu kennen is ingevoerd in de 18e eeuw. Tot die tijd mocht de pion alleen promoveren tot een stuk dat daarvoor geslagen was. Dit veroorzaakte zombiepionnen en absurde situaties. Allgaier maakte het volgende schaakprobleem dat dit verduidelijkt.
Wit heeft alle stukken nog, dus de pion op h8 is latent. Na 1.Pe4xd6+ mag zwart het paard niet slaan omdat de pion op h8 in een wit paard verandert, waardoor zwart schaak blijft staan. Na 1…Kf8 of 1…Kf6 is 2.Dh6 mat omdat 2…Pxh6 zelfschaak is. Na 1…Kg6 2.Ph4+ (immuun) Kg7 3.Dxe5+ Pf6 4. Dxf6+ Kg8 5.Df8 mat. De witte dame is steeds onkwetsbaar, eveneens na 2…Kf6 3.Dxe5 mat.
Na deze malligheid is de promotieregel veranderd in de regel die we tegenwoordig kennen. Dè klassieke studie met een minorpromotie is de Saavedrastudie. Om meer over de geschiedenis hiervan te lezen zie de schaakcuriosa van Tim Krabbé.