Uithoorn. Een naam die niet meteen een belletje doet rinkelen. Een van onze spelers bekende totaal niet te weten waar Uithoorn ligt. Dat de plaatselijke schaakclub luistert naar de naam de Amstel zal mede debet zijn aan de onbekendheid. De Amstel begint ergens in die omgeving, wat de naam van de schaakclub verklaart. Verder wist ik er niet veel over. Ik herinnerde me een fietstocht ergens in de polders ten zuiden van Amsterdam over een enorm hoge dijk die de watergang afbakent om de laaggelegen polders nog verder te kunnen laten dalen. Maar dat kan ook Mijdrecht geweest zijn.
Ondanks de onbekendheid van Uithoorn was de start van de wedstrijd een aangename kennismaking. Ik kwam een oud-collega tegen en veel spelers van de Amstel zijn bekende schakers. Veel dubbelleden bij bijvoorbeeld het naburige AAS of andere clubs in en om Amsterdam. De start zou helaas een van de weinige positieve herinneringen aan deze wedstrijd blijven, zoals u aan de foto van het scorebord al heeft kunnen zien.
Dat ik verslag schrijf, is een terechte sanctie voor het zo snel laten verzanden van het witvoordeel. Na een zetverwisseling in mijn opening was er niet zoveel meer te beleven en was ik als eerste klaar. Een waarschuwing voor iedereen: Toon meer strijdlust of je krijgt de volgende keer het verslagcorvee.
Niet veel later was Robin Wooter klaar. De slotstelling lijkt voor wit wel prettig met een gedekte vrijpion. Dus nam hij met zwart het remiseaanbod aan.
De volgende remise kwam uit de partij van Herman van Halderen. De ongelijke lopers deden in het eindspel waar ze berucht voor zijn. Inmiddels had Pim Braggaar de strijd moeten staken nadat hij pardoes een toren verloor. Dit soort fouten kunnen helaas de kop opsteken na anderhalf jaar zonder externe wedstrijden. Ook Jan van der Knaap werd geplaagd door een misrekening door een mat in één te overzien in zeer gunstige stelling. De tussenstand stond daarmee al snel op 3½ – 1½. De andere borden leken mij onduidelijk, dus een nederlaag voorkomen zou een klein wonder zijn. De drie resterende partijen gingen wel even duren, dus hielden we hopen.
Wadim Sharshov had enige druk in een eindspel van toren+loper tegen toren+paard. Zet voor zet wist zijn tegenstander loperruil af te dwingen, een pion te veroveren, een dubbelpion te ruilen en de koning te activeren. Langzaam maar zeker ging Wadim ten onder.
Bert van de Marel had op meer gehoopt na een gunstig verlopen opening. Steeds zag ik complexe stellingen op het bord. Toen de rook opgetrokken was (figuurlijk dan, Bert mocht helaas niks opsteken) stond hij twee pionnen achter. Niet veel later werd er opgegeven.
Frank Zeven liet als een ware teamleider ten slotte zien hoe het dan wel moet. Een stelling waarin de tegenstander optisch voordeel had met de betere loper en een gedekte vrijpion, werd hardnekkig verdedigd. Misschien dat zijn tegenstander de druk meer opvoerde dan verstandig was, want een goed getimede counter gaf Frank het initiatief. Het eindspel werd met fraaie techniek verzilverd.
Daarmee was de spreekwoordelijke eer in deze wedstrijd toch nog gered. Volgende keer nemen we het in eigen huis op tegen Alphen.