Sinds 1999 wordt het Geveltechniek Nederland Schaaktoernooi aan het eind van ieder jaar georganiseerd. Een gezelschap genodigden, die toevalligerwijs allen lid zijn of lid zijn geweest van Philidor, vermaakt zich dan met rapidpartijen. Tot 2008 vond het plaats in het bedrijfspand van Ed Pot op Roomburg. Nadien is René vd Berg zo gastvrij geweest om het toernooi in zijn huis te houden. Zo ook dit jaar op zaterdag 17 december. Onderstaande sfeer-impressie is van de hand van onze gewaardeerde oud-voorzitter Sebastiaan van der Lubben.
Onder overkapping, in de tuin van René, staan Jan van Amsterdam (sterveling) en Ed Pot (toernooidirecteur) nog na te ruziën over hun onderlinge stelling. Jan had die moeten winnen, maar Ed deed dat. Richard staat te luisteren naar de varianten die uit het hoofd worden getoverd en komt tot de droge conclusie dat alle stellingen altijd gelijk beginnen (later gecorrigeerd door Hans Klück – wit heeft bij aanvang een klein voordeel). ‘En dan besluit wit om e4 te spelen! Ja, zwart stond gelijk, maar na e4 natuurlijk niet meer!’ Schande, voegt hij er aan toe. Zwart had immers winstkansen die wit hem door die ene zet geheel onterecht ontneemt. Jan is het met die analyse overigens eens, Ed moppert nog wat na. Onterecht. Zijn opmars eindigt pas in de halve finale als hij de eerder genoemde Hans Klück treft in een onderlinge van twee keer tien minuten. Over geen van beide partijen trouwens discussie – Hans won ze terecht en mag door naar de finale.
Twee groepen van acht of, beter: één van acht en één van zeven. Het GTN-toernooi (Geveltechniek Nederland Schaaktoernooi, red.) was dit jaar anders van opzet. En dat scheelde met name wedstrijdleider Peter een hoop stress. De helft van de administratie kon hij uitbesteden aan Richard. Die schoof met zijn poule B aan de eindeloze keukentafel, waar volle punten werden gescoord. Poule A speelde in de woonkamer meer halfjes – het bleek een poule des doods. Paul en Ed kwamen bovendrijven, maar bleken in de finale te zijn leeg gespeeld. Twee Groningers uit de (eigen) keuken maakten het in een hoofd-tegen-hoofd uit. Saillant detail: wie er ook won, beide waren voor de terugweg naar het Hoge Noorden op elkaars gezelschap aangewezen. En na twee scherpe vluggertjes slaakt Huub (Roeterink, red.) de diepe zucht: ‘Ik ga dus met de trein!’
Hans glunderde met holle, vermoeide ogen. Even stond hij in het centrum van het universum – GTN-kampioen. Weinigen gingen hem voor.
Rest mij de gastvrijheid van René hier te roemen. Tweemaal mocht ik het genoegen proeven om in zijn huis te mogen schaken. En de broodjes, uiteraard (zoekt u zelf even bijpassend werkwoord in de voorgaande zin?). De prijsuitreiking en de heerlijke maaltijd heb ik helaas moeten missen. Ik had andere verplichtingen. Op de fiets daarheen gaf ik mijzelf stil en bescheiden een schouderklopje. Ik had het een paar spelers heel moeilijk gemaakt (en eerlijk is eerlijk: anderen heel eenvoudig). Ik blunderde maar weinig en heb zelfs een partij gewonnen. In faliekant verloren stelling, in het laatste vluggertje van de avond (buiten de competitie) jaagde ik Arnold door de klok. ‘Zolang je kan zetten, kan je winnen!’, hield hij mij voor. En zo is het maar net! Zolang je kan zetten, kan je winnen. Ook op het GTN-toernooi.