Voor aanvang van de laatste ronde werd de prijs voor de beste partij in ronde zes uitgereikt aan Henk van der Scheer. Een hakpartij in de stijl van Anderssen en Steinitz, misschien niet allemaal correct maar wel dat wat schaken zo boeiend maakt.
De strijd om de titel was al beslist: die kon Arthur Pijpers niet meer ontgaan. Ook al was hij afwezig want verplichtingen op het NK dat gelijk met het PK van de Leidse Bond valt – wie heeft dat bedacht – maakten dat hij niet kon spelen. Maar ook bij gelijk eindigen zou hij op weerstandspunten niet meer te kloppen zijn. En zo geschiedde: Peter Passenier maakte in punten gelijk door Sabin Teanu in een mooie aanvalspartij te verslaan maar kon daarmee zijn titel niet prolongeren. Bert van der Marel werd verdienstelijk derde door met zwart Artur Margaryan te verslaan.
In de B-groep vond nog wel een machtswissel plaats. Ed Wagemans ging ten onder tegen Bob van Dijk die een plus- en vrijpion wist te verzilveren. Zo werden ze gedeeld tweede en derde. Maxim Teianu profiteerde optimaal door Michiel Vergeer op te zadelen met ruimtegebrek en een machteloze loper en werd zo groepswinnaar.
Maxim zou de jeugdprijs hebben gewonnen als hij niet de groepsprijs had gekregen. Nu werd zijn broer Sabin in het zonnetje gezet, zo blijft het in de familie. Ook Aren Margaryan, Jona van de Poel en Jonathan Vijver werden naar voren geroepen voor een jeugdprijs.
We hesen de nieuwe kampioen op het schild, juichten hem toe en boden hem drankjes aan. Daarna werden alle wereldproblemen opgelost en de laatste roddels uitgewisseld. Het was weer een mooi evenement.