Philidor verliest koppositie in tijdnoodfase

Na drie ronden stond Philidor A bovenaan in de nieuw gevormde hoofdklasse van de Leidse Schaakbond. De eerlijkheid gebied te zeggen dat dat mede kwam door een wat makkelijker programma. Aan de andere kant is het ook niet heel duidelijk te zeggen hoe sterk teams daadwerkelijk zijn, omdat er voor het eerst in deze competitie wordt gespeeld en er KNSB-spelers nu ook in de onderbond mogen meedoen. Duidelijk was dat er tegen LSG A een echte topper op de kalender stond. Voor wie het niet weet: LSG heeft twee teams in de hoofdklasse. Beide een combinatie van ELO-kanonnen en jeugdspelers, zodat het competitie met andere teams niet bij voorbaat beslist is. Nu zijn jeugdspelers over het algemeen sterker dan hun rating aangeeft, dus eigenlijk zijn het allemaal ELO-kanonnen. Gemiddeld zo’n 70 ELO-punten meer voor LSG in deze match.

De datum van vrijdag 1 maart viel ongelukkig in de voorjaarsvakantie. Teamleider Frank Zeven deed nog een poging om de wedstrijd te verplaatsen, mede omdat hijzelf niet mee kon doen. LSG organiseerde het weekend ervoor echter juist het Noteboomtoernooi. Dus de speeldatum bleef zoals die was. Er waren daardoor vier invalspelers nodig. Dat waren Guido Bakker, Thijs Roorda, Jan van Amsterdam en Jan van der Knaap. Op papier zeker geen verzwakking. Frank had mij gevraagd om als interimteamleider te fungeren. Bij interimmers denkt u misschien aan mensen die even aan komen zeilen, wat opdrachten uitzetten en dan weer vertrekken naar de volgende klus. Zo’n werkwijze sprak mij wel aan. Toen bleek dat het verslag ook een onderdeel van het takenpakket is. Die opdracht heb ik gedelegeerd zoals dat een goed leidinggevende betaamt, maar helaas heb ik niet van iedereen heb ik respons ontvangen. Binnenkort vinden er functioneringsgesprekken plaats. LSG heeft dat beter geregeld met een mooi doordrukformulier, waarvan één exemplaar moet worden ingeleverd. U kunt alle partijen dan ook terugvinden op de LSG-site, deskundig van commentaar voorzien door Edwin van Haastert. Eigenlijk kunt u het hele wedstrijdverloop daar ook uitstekend nalezen, maar zo makkelijk wil ik me ook weer niet van taak kwijten. Aan analyses zal ik me echter niet wagen, ik kan persoonlijk meer leren van teamgenoten dan andersom. Ik beperk me tot een impressie van de wedstrijd.

Heel tactisch waren de spelers gesommeerd om 19:45 op appèl te verschijnen. Zelfs de notoire telaatkomers waren hierdoor net voor acht uur binnen. Aan alle borden is strijd geleverd, er viel geen enkele remise.

De eerste uitslag was de partij tussen de twee Benjamins van beide teams. Robin Wooter had met zwart een Konings-Indiër op het bord met de kenmerkende flankaanvallen aan beide kanten. Wit koos de scherpste opzet en was iets meer de hoogte van de details. Wits aanval op de damevleugel ging zo snel dat zwart op de koningsvleugel niet meer tot initiatief kwam. Helaas een eerste verliespartij voor Philidor.

Jan van Amsterdam speelde niet zijn gebruikelijke aanvallende repertoire en koos, wellicht ingegeven door het ELO-verschil, voor een opzet met e6-d5-c6. Zijn tegenstander kreeg het loperpaar en een betere pionnenstructuur, waarna de druk al snel te groot werd. Dus 2 – 0 achter.

Thijs Roorda deed wat terug door de afwachtende opstelling van wit actief aan te pakken. Na de zet 22…Pd4 gaf wit meteen op. Het paard dreigt verderf te zaaien en mag niet geslagen worden.

Jan-Aart van der Steen trof met Rudy van Wessel een heuse titelhouder (IM) tegenover zich. Hij zag dat als een uitgelezen kans om aan zijn 100% score te werken. Met succes, Jan-Aart is nu met 4 uit 4 topscorer! Hijzelf zegt het volgende over zijn partij: Op bord drie tegen Rudy van Wessel, tegen wie ik tot nu toe alleen rapid en snelschaakpotjes had gespeeld. Na een wat onorthodoxe openingsbehandeling van wit zaten we beide op onbekend terrein vanaf zet zes(!). De witte structuur (Maroczy Bind-achtig) speelde wat makkelijker en het kostte Rudy veel tijd om uit alle opties het juiste plan te destilleren. De gehele partij stond ik zo’n 20 tot 30 minuten voor. Optisch leek zwart langzaam de partij naar zich toe te trekken (door wat non-zetten van mijn kant), maar mijn Duitse vriendje geeft aan dat het evenwicht nooit verbroken is geweest. Terwijl zwart bezig was de damevleugel te bestoken lanceerde ik een actie richting de zwarte koning en speelde de afwikkeling handiger. Op het moment dat Rudy bijna alleen nog op zijn increment speelde (10 seconden), had ik ruim de tijd naar het juiste plan te zoeken. Uiteindelijk ging Rudy door zijn vlag in een duidelijk mindere stelling.

Bert van der Marel moest tegen de andere IM in de gelederen van LSG A, Edwin van Haastert. Bert kwam een pion achter, spartelde lang tegen, maar uiteindelijk was de vis op het droge. Tussenstand 3 – 2 voor LSG.

Ikzelf mocht de stand gelijktrekken. Mijn tegenstander gaf een pion om met het loperpaar te spelen. Ik had nog niet veel aan de (dubbel)pion extra, maar zwart had ook zwakke pionnen en moest het loperpaar opgeven om niet teveel achterop te raken.

In de bovenstaande stelling kan zwart met loperruil een eindspel ingaan met remisekansen. In plaats daarvan gebeurde 27…a5? 28.Ld6! De onderste rij wordt zwart fataal. 28…Kg7 29.Tc8 Lxd6 30.exd6 De dubbelpion is getransformeerd tot een killer. 30…Tb7 31.e5 g5 32.e6! Wit loopt gewoon door. Er gebeurde nog 32…Tb2+ 33.Ke3 Tb3+ 34.Kd2 fxe6 35.d7 en zwart, die al een tijdje op increment speelde, liet zijn klok lopen.

Er waren nog twee partijen bezig bij een stand van 3 – 3. Het leek nog alle kanten op te kunnen, zeker vanwege het increment van tien seconden, waardoor de tijdnood eindeloos kan aanhouden. Stalen zenuwen zijn dan soms waardevoller dan een goede stelling op het bord. Guido Bakker moest met wit de voor deze gelegenheid toepasselijke Philidoropening bestrijden. In een spannend toreneindspel in tijdnood trok onze snelschaakkampioen uiteindelijk aan het kortste eind. Dat betekende dat Jan van der Knaap moest winnen om een matchpunt veilig te stellen. In zijn partij ging het op en neer. Hij kwam een kwaliteit voor, gaf die terug om de stelling te openen, krijg toen weer een vrijpion, maar verspeelde die ook weer in tijdnood. Zenuwslopend voor de spelers en toeschouwers. Net toen Jan een stuk buit maakte in het eindspel en leek te winnen viel pardoes zijn vlag. Een domper op deze enerverende partij. Daarmee was een gelijk opgaand scoreverloop toch net verkeerde kant uitgeslagen voor Philidor.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *