Maandagavond was weer druk bezocht, zo druk dat een extra speelzaal in gebruik is genomen. Met de flexibele wand open is dat mooi tot één geheel te maken. In de grote zaal kunnen we nu met drie rijen tafels spelen in plaats van vier. Op het schaakbord betekent een drierijensysteem meestal ruimtegebrek en vakkundig manoeuvreren, maar in de zaal levert het ons ruimte op. Aan de kleine zaal naast de bar kleeft wel een nadeel. Al te enthousiaste schakers werden door wedstrijdleider Dirk van Dael opgeroepen om het in de bar niet tè bar te maken. Verder hield hij een pleidooi voor de spelers in poule 1 en 2 om achterin de zaal plaats te nemen en de andere spelers dus meer voorin, omdat zij gemiddeld een langere partij spelen. Wat denken die spelers wel! Dat ze meer zijn dan anderen? Dat is natuurlijk het lot tarten. Een uurtje spelen later waren de eerste spelers klaar, jawel uit poule 1. Artur Magaryan was tegen Jacob Brienen door een openingsgrap zowaar nog sneller klaar dan Aren, die meestal op zijn vader moet wachten. In de partij Sabin Teianu – Herman van Halderen leidde een vergiftigde pion tot mat. Jasper Valstar viel met zijn dame de stelling van Ywein Veldhuyzen binnen en Marco Muilwijk won in de aanval van Jonathan Vijver. Deze avond dus een minder sterk optreden van de jeugd. Na het goede optreden in de wedstrijden van zaterdag kan het niet altijd feest zijn. Ik gebruik trouwens de volledige voor- en achternaam in het verslag, nadat iemand op de ledenvergadering er een punt van maakte. Alleen voornamen klinkt amicaal, maar door de aanwas van leden kent lang iedereen elkaar en zijn er heel wat dubbele voornamen. Ook achternamen trouwens, maar dan is het meestal één familie.
Wie waren dan wel het langste bezig? De spelers van Philidor D! De eerste wedstrijd in de Leidsche Schaakbond ging vorige week helaas verloren door Philidor F tegen Bodegraven. Mijn vader speelde toen voor Bodegraven mee, dus voor mij persoonlijk was er wel wat te vieren, maar de eer van club stond nog op het spel. Het D-team nam de externe competitie uiterst serieus en won overtuigend met 6 – 2. Het duurde aan het begin van de avond even voordat duidelijk was of de nieuwe regels van toepassing waren en hoe die geïnterpreteerd moesten worden. Dan hebben we het niet over de loop van de stukken, maar over het speeltempo. In een competitie met gemiddeld 1900 ELO moet het speeltempo minstens anderhalf uur bedragen om mee te tellen voor de ratingverwerking. Daarom komt er in de hoofdklasse vijf minuten bedenktijd bij. De logica is ver te zoeken, net als de regels zelf. Op de website van de LSB staat alleen een competitiegids uit 2019. Gelukkig wist Jasper ons toch te overtuigen van deze merkwaardige tekst. Vrijdag speelt Philidor A in de hoofdklasse. Dan zullen we zien hoe men bij AAS de regels toepast.
Ikzelf kwam met wit goed weg tegen Maxim Teianu.