De eerste ronde van de hoofdklasse bracht Philidor A afgelopen vrijdag in Aalsmeer. Er heeft nog andere indeling op de website gestaan waarin wij thuis speelden tegen AAS, maar die is blijkbaar aangepast. Met de andere wedstrijden tegen Voorschoten, Leithen en LSG in het eigen Denksportcentrum is Aalsmeer een stuk verder weg. Je kunt dan toch iets minder makkelijk spelers optrommelen. Zeker omdat de zaterdag erna de inhaalwedstrijd uit de KNSB van Philidor 1 plaats zou vinden. Dat was de reden dat onze vaste opstelling moest worden aangevuld. Onze voorzitter Guido gaf in ieder geval het juiste voorbeeld door aan beide wedstrijden mee te doen.
Na twaalf zetten met alle stukken nog op het bord kreeg ik een remiseaanbod. Dat vond ik wat vroeg in de partij. Op het bord naast mij speelde de teamleider Jan van der Knaap. Als die zou zien dat ik mij er met wit zo gemakkelijk van afmaak, zit voortaan op de reservebank. Meteen daarna kwam Jan zelf remise overeen. Zo erg vindt hij dat dus blijkbaar niet. Niet veel later bereikte ik niet meer dan een zetherhaling en dus ook remise. Mijn tegenstander excuseerde zich nog voor het vroege remiseaanbod, maar hij moest nog de bus terug nemen naar Zaandam. Wij moeten dan wel wat verder rijden, ook onze tegenstanders komen blijkbaar van ver. Niet veel later won Herman van Halderen zijn partij door steeds meer pionnen te veroveren. We stonden dus op voorsprong. Daar kwam een remise van Guido bij. In een vrijwel dichtgeschoven stelling had hij een op papier slechte loper, maar het paard van de tegenstander kon er goed bij worden gehaald. Ook Jonathan Vijver stond misschien iets minder, maar met ongelijke lopers waren alle pionnen te verdedigen en dus werd dat ook remise. De tussenstand van 2–3 in ons voordeel bood echter weinig kansen op een goede afloop. Tjeerd de Leede bracht een kwaliteitsoffer voor complex spel, maar toen stukkenruil moest worden vermeden, kostte dat nog meer materiaal en uiteindelijk de partij. Bert de Bruin kon het niet bolwerken tegen een sterk jeugdtalent waar we vast nog wel meer van zullen horen. Daarmee stonden we 4–3 achter. In de partij van Bert van der Marel was er met een pion achterstand in een voor de tegenstander niet al te complex eindspel geen reële hoop op een zege. Maar die speelde op winst, wie weet of dat in de fase van het spelen op increment nog een ernstige fout oplevert waar je van kunt profiteren. Helaas kon een hangpion opstomen tot vrijpion en leken we deze partij nog te verliezen, maar toen koos men bij AAS toch het zekere voor het onzekere en werd er remise gegeven. Een 4½–3½ nederlaag is het resultaat. De volgende ronde zijn we oneven. Op 2 december spelen we thuis onze volgende wedstrijd. Dan kan het thuispubliek weer van zich laten horen.