Leerzame momenten uit ronde 3

      Geen reacties op Leerzame momenten uit ronde 3

Uit de vele fragmenten in ronde 3 is het lastig kiezen wat het interessantst is voor de website. Meestal kies ik dan korte zettenreeksen, zodat er geen bord bij nodig is. Dan wordt het misschien nog gelezen. Gelukkig kijkt de jury voor de rondeprijzen naar de hele partij, zodat die partijen niet ondersneeuwen. Ik heb de fragmenten enigszins op thema uitgekozen. Onderaan dit artikel heeft Bert van der Marel een aantal fragmenten van trainingsvragen voorzien, erg leerzaam.

De opvallendste partij in de A-groep was op voorhand het familieschaak tussen broers Teianu. Als broers ken je elkaars openingsrepertoire wel en kun je elkaar niet snel verrassen. Misschien dat wit daarom kwam met de onorthodoxe openingszet 1.d3. Of het moet zijn dat je de eigen nieuwtjes angstvallig geheim wilt houden voor de rest van de familie. In ieder geval deed het vervolg 1…d5 2.e4 dxe4 3.dxe4 Dxd1+ 4.Kxd1 vermoeden, dat men elkaar niet te hard wilde aanpakken. Je kunt elkaar tenslotte de komende jaren moeilijk ontlopen. Maar niets was minder waar. Er waren nog genoeg stukken over voor een strategische partij. Wit drong fraai binnen over de a-lijn.

In C-groep ging het topduel om de eerste plek ook tussen twee naamgenoten. Het voordeel is dat je als neutrale toeschouwer geen partij hoeft te kiezen met aanmoediging Hup, Bram! Nadeel is dat de rest van de zaal zulke juichkreten niet op prijs stelt.

Van gelijke namen gaan we naar gelijke lopers. Het heeft werkelijk niets met elkaar te maken, maar mijn enige taak is om losse fragmenten aan elkaar te praten. Dan is zo’n semantische overeenkomst een mooi bruggetje.

In de partij Max Bertman – Ed Wagenmans werd in de onderstaande stelling remise overeengekomen, maar zwart kan op winst spelen.

Er leek lange tijd weinig schot in de zaak te zitten in de partij Kees Scherpenisse – Sieber Gunnar, maar zwart heeft zojuist de loper van c6 naar d5 gespeeld. Dat had hij beter niet kunnen doen.


Zoals Smyslov al zei maakt een pion op a4 of a5 een wereld van verschil. Zo ook in dit fragment. Als wit 30.b3 of 30.axb5 axb5 31.b3 speelt, controleert hij de witte velden en kan zwart niets met zijn pluspion beginnen. Wit deed het positioneel onverantwoorde 30.a5. Dit gaf zwart de kans zijn pionnen in beweging te zetten met 30…bxc4 31.Kxc4 Kd7 gevolgd door c6, Ke6 en d5. De pion op a5 is daarnaast een extra doelwit voor de zwartveldige loper geworden. Er kwam echter 30…b4 31.Ld2 Kc5 32.Le3+ met zetherhaling.

In een aantal partijen werd gretigheid afgestraft.

Paul Laudy – Dhruv Kumar


Zwart heeft zojuist op c4 geslagen. Met 24.Lc2 houdt wit voordeel. Hij pikte echter een pion mee met 24.Lxc4 maar zal daar na 24…Dc5+ wel spijt van hebben gehad.

Ook hier kon wit de verleiding niet weerstaan en speelde 24.Dxb5. Zwart kan nog niet slaan op f3, maar na 24…Tb6 kan dat wel. 25.Dd3 probeert zwart nog te verleiden tot 25…Lxf3 26.Lxe6, maar 25…Pc5 wint een stuk.

Een schakerswijsheid luidt: “Sla nooit op b7, zelfs als het goed is.” De partij Bharos Nimai – Erick Moeri laat dat weer eens zien.

Dan nog de fragmenten geselecteerd door Bert. Hij geeft iedere maandag vanaf 19.00 uur training voorafgaand aan de speelavond. De fragmenten zijn dan ook didactisch verantwoord en bevatten allemaal een of meerdere vragen aan de lezer. Misschien toch maar het bord erbij pakken.


https://www.philidor.nl/pgn/jaar2025/pk3.pgn

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *