Het droeve bericht van het overlijden van Jovan Pajcin, gevolgd door een begrafenis in Belgrado in familie- en vriendenkring, op de overloop van het einde van de meimaand naar het begin van juni 2013 heeft mij diep getroffen. Het betekent voor L.S.C. Philidor wederom een groot verlies van een warm clublid en een waar schaakenthousiast in hart en nieren. Achter het bord was het een geconcentreerde vechtjas, die met zijn oorspronkelijke stijl bewondering afdwong. Buiten het schaakbord vestigde hij de aandacht op zich door zijn vermogen om vanuit een rijke levenservaring als vitale 80- plusser en als een bon vivant met veel humor en de nodige relativering het leven als een geschenk te benaderen. Niet alleen kwam ik hem in de vorige eeuw tegen in het Haagse circuit, werkzaam bij de Joegoslavische ambassade, maar ook was hij een tijd lang voorzitter van L.S.C. Philidor. Destijds woonde hij, evenals Marcel Fresco, in de Leidse Professorenwijk, waar ik wel eens kwam en waar wij hem soms voor een teamwedstrijd ophaalden. Dan was hij op tijd en hadden we een teamgenoot die onze spanning in ontspanning wist om te zetten door getinte moppen en verhalen over grootmeesters als Gligoric en Ivkov, die hij zelf kende. Eens is hij zelf voor een grootmeester aangezien en dat leidde tot een snel en gunstig resultaat, een smakelijke anekdote waardig.
Het was aardig van hem dat hij Joegoslavische teksten in het toernooiboek van de Olympiade 1950 in Dubrovnik over partijen van Max Euwe voor mij concretiseerde. Vorige zomer kreeg ik nog een kaartje van hem uit het buitenland toen hij daar een toernooi met clubgenoot Ad van den Berg speelde, over hoe ze zowel op het bord als daarbuiten genoten. In de zomer van 2012 zat hij opeens in de zon op een terras in Oosterbeek, waar hij met een rating van 1775 in een sterke veteranengroep een degelijk resultaat met twee mooie winstpartijen boekte. Ik stond er bij en het deed hem, opgewekt gestemd, zichtbaar genoegen. Op zijn leeftijd blies hij het afgelopen seizoen zijn partijtje nog welgemoed mee in het derde team van Jan van Amsterdam. Hij leek altijd op reis te zijn en sterren van de hemel te plukken. Daarom kwam hij wel eens zo laat uit Rotterdam of elders op een clubavond dat onze vergevingsgezindheid een terechte compensatie moest zijn voor zijn charismatische inbreng. Zijn laatste interne partij speelde hij tegen Jan Postma op 13 mei 2013 en hij vertelde mij bij die gelegenheid dat hij weer zou afreizen naar Belgrado e.o. voor een toernooi, waarop hij zich oprecht verheugde. Het amuseerde mij dat de slimme vos na terugkomst niet alleen zijn vrienden daar zou hebben teruggezien, maar ook zijn rating weer op peil zou hebben gebracht. We zouden hem helaas niet meer terugzien!
Vechtend tegen degradatie speelde ik eens (circa 1990) met hem in een team dat 7.5 punt moest halen in de laatste wedstrijd in een kerkelijk centrum van Alphen a/d Rijn voor de promotieklasse, een schier onmogelijke opgave. Geen teamlid geloofde er echt in, maar Jovan heeft ons in de auto zo vermaakt dat wij opvallend relaxed aan de wedstrijd begonnen. De Pajc wees mij op het eerste bord op een wanddoek tegenover hem: “De Heer heeft ons geen kalme vaart beloofd, maar wel een behouden aankomst”. Jovan bracht als laatste beheerst en minzaam glimlachend punt 7,5 over de streep. Zelden heb ik een vrolijker terugreis van schakers meegemaakt. De club zal deze karaktervolle bon vivant naar mijn stellige overtuiging zeer, zeer missen.
Jovan, bedankt in beste herinnering als mens en schaker!
Bas J. van der Net/LB 5 juni 2013.