Door Jetze Heun
Zet 16 Philidorianen aan weerszijden van een acht-persoons lange tafel, bezoek daarna de bar en luister naar alle wijsheden. We zullen geen namen noemen, de commissie stiekem staat onder curatele, maar we noteerden de volgende:
– Het is pas een echte fout als die correspondeert met je rating, dan mag je die je zelf aanrekenen. Als je Fritz als maatstaf neemt maak je continu fouten.
– Zwart: ik was briljant. Wit: ik maakte een tactische blunder, maar die heeft hij goed gezien.
– Je moet beseffen dat schaken een afspiegeling van het leven is, dus dames niet te vroeg afruilen (het was een echte mannen avond).
– Als je kunt kiezen tussen mat in zes zetten of de dame winnen, dan kies je voor … de laatste; niemand kan 6 zetten vooruitdenken (vrij naar Tal)
– Lopers van ongelijke kleur zijn beter voor de aanvallende partij.
– Je moet verder kijken dan de diagonaal breed is.
De wedstrijd zelf: Elo had gelijk, het rating verschil van gemiddeld 120 punten vertaalde zich in winst over 8 borden, met name in de tweede helft van de partij. Gelukkig, uitzonderingen bevestigen de regel er is hoop.
Bord 1: Roel in ’t Veld (zwart) – Kees van den Bosch. Zowaar een rokade en geen g5. Een levendige partij op een voor lange tijd vol bord. Een klein pion-zetje besliste de strijd in het voordeel van zwart. Iets met briljant en blunder. (1-0)
Bord 2: Bas van der Net (wit) – Teun van de Linden. Een lange partij. Wit was zeer geconcentreerd en week niet van zijn stoel. C4 en e6 opening. Is een ge-isoleerde pion op d4 nu zwak of sterk? Na b3 keek de witte loper ernaar. B6 kwam later dan gewenst om de zwarte loper te activeren. Toch: wit het loperpaar, maar zwart actiever. Maar als wit na zwart dame g5, f4 gezien had in plaats van f3, dan …… Beide spelers waren bij de lange nabespreking bescheiden over hun vermogen zwakke zetten te voorkomen. Een intensieve avond voor de beide heren met een logisch resultaat (½– ½)
Bord 3: René van de Berg (zwart) – Wouter Roorda. Zwart stond (totaal?) gewonnen en gaf toen na uren spelen op a7 zijn dame weg. Totaal? Wel, wit vond ook wel dat zwart gewonnen stond. Zwart vroeg zich af waarom hij na 10 uur werken nog 3 uur schaken moest, maar komt gewoon weer volgende keer! (0-1)
Bord 4: Victor van der Kloet (wit) – Paul Oudshoorn. Een positioneel gevecht tot ver in het middenspel. Catelaans, dame-indisch, nee noem het maar Catalaans. Beide witte lopers gefiancetteerd. Strijd om het centrum. Wit stond een beetje ongelukkig en verloor het initiatief. Langzaam maar zeker. (0-1)
Bord 5: Jetze Heun (zwart) – de Ruyter. Italiaaans, volgens het “boekje”, c3 en d4, loper afruil op d2. Je schijnt toch op met Pf6 op e4 te kunnen nemen, zwart durfde dat niet. Witte loper c4 en dame b3 keken dreigend naar f7. Was Pa5 toch goed geweest: schaak met dame a4, c6, alles staat gedekt, maar wat moet dat paard dan daar? Het staat zwaar gehandicapt aan de kant niks te doen. Zwart wilde daarom e.e.a. anders oplossen en sterk paard op d5 behouden, maar onderschatte de zet Pe5, waarna ruil van de lopers op e6 en een offer van Pe5 op f7, het zwarte paard op e6 niet te redden was. Zwart loste dat te optimistisch/kortzichtig op (slaan hoeft immers niet) waarna een nieuw paard op e5 wit een kwaliteit opleverde, alweer op f7. De genadeklap duurde nog wel even, maar zwart kon geen plan vinden om de zwakke witte dame pionnenstelling aan te vallen. Wit loste e.e.a. bekwaam op. Initiatief nemen! (0-1)
Bord 6: Ed Pot (wit) – Remco van der Ziel. Slavisch met iets meer initiatief voor zwart. Beide een zwarte loper, zwart de pionnen op wit, wit de pionnen op zwart. Weinig stukken, veel pionnen. Wit begon iets te vroeg een koningsmars naar de damevleugel, zwart trok op met een pion op de koningsvleugel en kreeg zijn loper achter de witte pionnen op zwart. En toen werd het 0-1.
Bord 7: Piet Warmenhoven (zwart) – Piet Zwetsloot. Beide Pieten vonden dat het niet zo had mogen gebeuren, maar het gebeurde wel. Zwart won geholpen door wit, terwijl wit ……… u raadt het al. Wit besloot ter plekke nooit, echt nooit meer te gaan schaken, gelukkig is er dan altijd nog de derde helft, waar beide heren gebroederlijk lange tijd de wederwaardigheden van het leven deelden, en de inkeer tot een beter plan dan stoppen met schaken vorm aannam. (1-0).
Bord 8: Charles Gebhardt (wit) – Erwin Fakkert. Wit speelde een Smith-Morra gambiet (e4,c5; d4,cxd;c3,dxe3; paarden eruit en lopers op c4 en b4). Zwart vertelde later dat hij niet zo onder de indruk is van het Morra gambiet, maar wit kent er zijn successen mee. Na zwarts’ d5 en daaropvolgende afruil, had wit met name spijt van zijn dame afruil op d8, die niets toevoegde. Zijn paard kwam op c7, maar een venijdige paardensprong c6-d4-e2 schaak leidde naar verlies van materiaal en wit verloor de moed (0-1).