In de ALV van afgelopen maandag deed onze wedstrijdleider extern terecht een oproep om meer verslagen over de competitiewedstrijden in de Leidsche Schaakbond. U vraagt…
Vorig jaar zomer heb ik besloten een nieuwe studie op te pakken, wat betekent dat ik donderdagavond tot acht uur in de collegebankjes in Amsterdam zit. Daarmee worden wedstrijden ‘in de polder’ op die dag problematisch, als je niet met een half uur tijdachterstand wil beginnen. Gelukkig hadden we voor de uitwedstrijd in Lisse een uitstekende invaller in Jan Bertus.
Philidor A heeft tot nu toe een goede campagne gespeeld. Tegen het verrassende team (verassend bij zowel de uitslagen als in de wisselende opkomst) van Leiderdorp werd gelijkgespeeld, waarna vervolgens werd gewonnen van AAS en LSG A. Doordat de Hoofdklasse dit jaar uit negen deelnemers bestaat is de stand na vijf rondes onoverzichtelijk; door de ongelijk aantal gespeelde wedstrijden. In verliespunten gemeten staan Philidor en Voorschoten bovenaan. De favoriet en winnaar van de vorige editie heeft al zes verliespunten en daarmee lijkt prolongatie wel bekeken voor LSG A.
Goed, dus de wedstrijd op donderdag 20 februari tegen De Zwarte Pion uit Lisse. Deze club speelt in ’t Poelhuys, wat op een paar honderd meter afstand ligt van de plek waar mijn wieg 50 jaar geleden stond. Het vriendelijke buurtcentrum was verder bevolkt met sjoelers, line-dancers en drie-banders. Kortom, een drukte van jewelste, maar helaas maar een paar schakers, naast deelnemers aan de wedstrijd.
DZP is vorig jaar gepromoveerd en misschien voor onze jeugdige lezertjes leuk om te weten: heeft een zeer behoorlijke historie op schaakgebied. Zo’n 25 jaar geleden speelde DZP KNSB (2de klasse). Sommige van die namen zijn nog terug te vinden in het huidige team. De sterspelers toen waren leeftijdsgenoot Richard Godijn en de nu voor Haarlem uitkomende Jan Bakker speelde voor dat team. Later speelde ook Dennis de Vreugd bij DZP.
Bij mijn binnenkomst, rond kwart voor negen, stond het bord van Frank al in de fik. De tegenstander had flink materiaal geïnvesteerd en was bezig de witte koning uit te roken. Frank was nog redelijk bekend met deze aanvalspoging, bleef kalm en kon al iets na negenen het eerste punt noteren toen zwart misgreep en nog meer materiaal achter kwam. 0-1.
Het volgende punt kwam van Herman die een stuk in het vroege middenspel veroverde. Zwart spartelde nog wat tegen maar werd via enkele vakkundige penningen opgeknoopt. 0-2. Het was inmiddels wel duidelijk dat de matchpunten mee terug naar Leiden zouden gaan, want ook op de overige borden stonden de onzen goed. Alleen over het tijdverbruik bij een enkel maakte ik mij wat zorgen.
Op het eerste bord speelde Bert in redelijk kenmerkende stijl; een opening die overbekend is, waarna met kleine middelen voordeel werd gepakt en steeds verder uitgebreid. Zwart kwam steeds meer in de knoop en verloor uiteindelijk have en goed. 0-3 rond de klok van 10 uur.
Daarna duurde het nog opmerkelijk lang voordat de volgende beslissingen vielen. Het tempo van 75 minuten + 30 seconden increment is echt compleet anders dan wat we kennen van de zaterdagen en het komt vaak voor dat mensen nu over de vijf minuten op de klok duiken.
De volgende uitslag was aan bord zes waar Jan misgreep in onduidelijke stelling. Wit liet nagenoeg alle ruimte in het centrum en koningsvleugel aan zwart en vlocht wat kleine dreiginkjes in over de open c-lijn. Na het openen van de stelling in het centrum bleken er gaten in het zwarte kamp te vallen, die met vooral een actieve dame niet meer konden worden dichtgelopen en een stuk verloren ging. 1-3. Huiswerk voor Jan om te kijken of in plaats van een opstoot in het centrum een opening forceren over de h-lijn (waar de zwarten ver in de meerderheid waren) gecontroleerder en gevaarlijker zou zijn geweest.
De matchpunten werden min of meer gelijktijdig binnengebracht door Stef en Guido. Waar Stef een kruip-door sluip-door potje had, stond Guido al snel overheersend en was het wachten op de genadeklap. De zwarte velden rondom de koning van de tegenstander werden veroverd, zware stukken richting de koningsstelling gedirigeerd en positioneel zag het er allemaal erg fraai uit. Maar Guido’s tegenstander wenste niet mee te werken en wist met listig tegenspel het nadeel enigszins binnen de perken te houden en te voorkomen dat hij direct omviel. Met het ruilen van de laatste stukken bleef er tenslotte een simpel gewonnen pionneneindspel over en zette Guido het team op 1-4.
Stef had ondertussen water uit een steen geknepen en vlocht nu de ene na de andere dreiging over de zwarte velden in de stelling. Op het tijdverbruik na (Stef speelde vrij lang op zijn increment) werd de laatste fase gecontroleerd uitgetikt en stonden we op 1-5.
De volgende uitslag werd genoteerd bij Willem-Jan die zeer comfortabel uit de opening kwam en hier dacht ik dat we ook op een punt afstevenden. Een kwaliteit werd gewonnen. Na wat verdere schermutselingen bleek dat het witte loperpaar ijzersterk werd, zeker na verdere opening van de stelling. De ene na de andere zwarte pion kwam onder vuur. Uiteindelijk werd een redelijk dynamisch evenwicht bereikt en tot remise besloten.
Als laatste was Jan-Bertus bezig op bord acht, tegen de op papier zo’n beetje sterkste Lissenaar. De zwarte structuur was enigszins versplinterd (triple c-pion), maar daartegenover kon onze man behoorlijk wat activiteit ontplooien, vooral door druk op g2. Met 2T en ongelijke lopers leek mij de stelling gunstig voor zwart, hoewel niet makkelijk te zien hoe precies verder te komen. Wit speelde m.i. een prima pot en wist langzaam maar zeker de druk te verminderen en daarna gaven de extra pionnen (inmiddels drie) de doorslag. 2,5-5,5 voor Philidor, min of meer in lijn met de verwachting van Dr. Elo.
Volgende ronde is op 9 maart tegen de andere promovendus: Alphen.
Mooi verslag Jan Aart, zou het dit jaar lukken deze hoofdklasse te winnen? Ik wens ons veel succes!