Maandag 31 maart: Philidor 6 tegen Rijnwoude 3

Uitslag 12-4: Philidor 1 – DSC Delft 3  3,5-4,5
Uitslag 10-4: Oegstgeest 2 – Philidor 2   2-6

door Ruud Lippens

Het ging bij de thuiswedstrijd ‘s-avonds zijn gewoonlijke gang. Vermeldenswaardig is dat Rijnwoude twee doofstomme spelers had, die wegens hun enthousiasme niet altijd hun mond konden houden en op een enkele keer heel hard spraken. Toch is het fijn voor die mensen, dat zij met ons mee konden doen. Uiteindelijk werd er verloren met 2,5-3,5.

Eerste bord: J. van de Plas met wit tegen Jetze Heun met zwart.Jetze speelde met zwart een tweepaardenspel in de nahand. De partij was wel open en er werden weinig fouten gemaakt. Het ging om de pionnetjes. Het ging gelijk op. In het eindspel kreeg Jetze met zwart het loperpaar, maar de partij eindigde toch in een overeengekomen remise. 1/2-1/2

Tweede bord: Charles met wit tegen R.Steinhart met zwart. Charles opende met c4. Op de 10de zet zag hij over het hoofd dat zijn tegenstander met zijn paard op d3 kon slaan, doordat de pion op e2 gepend stond, door de zwarte loper op g4. Charles ging gedwongen met zijn Koning naar f1, terwijl de zwarte dame op f6 stond. De zwarte dame kon prompt inslaan op f2, gedekt door het paard op d3. En dat was mat. Dit keer niet zoveel geluk voor ons. 0-1

Derde bord: Hans speelde met Zwart tegen J.W.v.Dijk het tweepaardenspel in de nahand. Beide spelers kwamen goed uit de opening, wit rokeerde kort, zwart rokeerde lang. Hans speelde zijn pionnen op de damevleugel naar voren, wat een goede strategie was, maar zijn koningsaanval op de damevleugel werd tot staan gebracht door een wit paard dat een steunpunt kreeg op b4 en dat niet door een ander stuk geslagen kon worden. Ook wit ging met zijn pionnen naar voren in de richting van de kort gerokeerde zwarte koning, waarbij de dames werden afgeruild. Een moeilijke partij, waarin geen blunders werden gemaakt en die uiteindelijk eindigde in remise. 1/2-1/2

Vierde bord: Ikzelf speelde met wit tegen W.P.Maljers en kreeg een aangenomen dame-gambiet tegen. Wij openden eigenlijk heel rustig en verlieten op de zesde zet al de theorie. Op een gegeven moment kwam ik terecht in een spel, waarin ik een slechte loper had, er waren pionnen op beide flanken en een geïsoleerde pion op de D-lijn tegen een Dame en een paard. Ik zag kans de dames te ruilen en van de geïsoleerde pion een gedekte vrijpion te maken, waarbij ik ook nog eens een keer de slechte loper buiten de pionnenketen kon brengen. Ik was gefixeerd op de mooie centrale positie van de loper in het centrum, maar had met mijn loper de flankpionnen op de koningsvleugel aan moeten vallen, dan had ik het misschien kunnen houden. Nu ruilde mijn tegenstander de loper af tegen het paard en snoepte daarbij mijn pionnetje op, zodat hij met een pluspion in het centrum in een gewonnen eindspel terechtkwam. Echter wonder boven wonder bood hij remise aan, wat ik niet heb geweigerd. 1/2-1/2

Vijfde bord: Henk Postma speelde met zwart tegen M. van Rijswijk met wit. Henk speelt graag de stonewall maar hij kwam in de partij niet tot de voor zwart zo nodige koningsaanval. De dames werden geruild en ook zwarts goede loper. Wit ging met zijn torens naar de koningsvleugel en speelde zijn f- en g-pion naar voren. Dat, in combinatie met zijn paarden in de gesloten stelling, zag er sterk uit voor wit. Zwart heeft moeten opgeven. 0-1

Zesde bord: Daniel Abel speelde met wit tegen F.v.d.Laar de Schotse opening. Opvallend was dat beide spelers tegengesteld rokeerden en wit actief speelde. De zwarte koning op de damevleugel stond er luchtig bij, doordat de pionnen nogal ver naar voren geschoven waren. Wit kreeg een gedekte vrijpion op de d-lijn in een “stukkenspel” met dames en torens. De gedekte vrijpion van wit was ook een pluspion. De torens en dames werden geruild en wit bleef een pion extra houden waardoor het eindspel gewonnen was 1-0.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *